De guttatechniek is de basistechniek van het zijdeschilderen. De gutta (contourmiddel) wordt via een knijpflesje aangebracht op de zijde: de witte lijntekening. Elk vlak wordt dan ingeschilderd.
Enkel sjaals zijn uitgevoerd met deze techniek. Maar de meeste sjaals alsook de kralen en de handtas die zijn bewerkt met de favoriete techniek: de wastechniek.
De parafine wordt au bain-marie gesmolten en wordt vooral met penseel aangebracht op de zijde daar waar men een kleur wilt bewaren. Waar geen parafine zit, kan de zijde met een andere kleur beschilderd worden.
Het is vergelijkbaar met batik alleen het grote verschil zit het feit dat de zijden sjaal gedurende het proces heel de tijd blijft opgespannen om de zijde te beschilderen met parafine en verf. Bij de batiktechniek krijgt de stof een kleur doordat de stof ondergedompeld wordt in de verf (en zo krijgt men het typisch effect van batik: de was/parafine craqueleert).
Er wordt gewerkt met zijdeverf die door middel van stoom wordt gefixeerd.
Meestal worden de sjaals eerst geschilderd om daarna te beginnen aan de landschappen, stillevens… Er wordt een patroon geschetst (op papier), de kleuren worden min of meer bepaald maar kan tijdens het schilderproces nog altijd veranderen.